Sportcentra

Wet- en regelgeving

In het bouwbesluit van 2012 staan enkele eisen benoemd voor het ventileren van gebouwen met een 'sportfunctie'. Hierin wordt voor de luchtverversing onderscheid gemaakt tussen verschillende ruimten. Aanvullend op het bouwbesluit 2012 zijn er nog extra ventilatie-eisen benoemd in de NEN1087.

Overige aandachtspunten

Zwembaden
In zwembaden is het van belang dat condensschade aan de bouwconstructie wordt voorkomen en dat het comfort voor de gebruiker optimaal is. Een goed ontworpen luchtbehandelingsinstallatie voor zwembaden regelt de luchtkwaliteit, de luchttemperatuur en de luchtvochtigheid van het binnenklimaat. In kleine zwembaden is zelden behoefte aan grote hoeveelheden buitenlucht. In deze situatie zal vaak voor een condensontvochtiger met 100% recirculatie worden gekozen omdat de investering klein is en de oplossing eenvoudig in gebruik. In middelgrote zwembaden, particuliere zwembaden of hotels zal de keuze voor een ontvochtigingssysteem afhankelijk zijn van veel factoren: de hoeveelheid buitenlucht, de verdampingscapaciteit, het comfort en het budget. Als veel buitenlucht gewenst is valt de keuze vaak op een ontvochtiger met ventilatiemogelijkheden al dan niet in combinatie met een warmtepomp. Een volledige handleiding over het kiezen van het juiste klimaatbeheersingssysteem in zwembaden vindt u hier.

Sportscholen
Sportscholen zijn specifieke sportaccommodaties met een groot aantal sportbeoefenaars die in een relatief kleine ruimte een lichamelijk intensieve sport beoefenen. Er worden hierdoor strengere eisen aan het binnenklimaat gesteld dan bijvoorbeeld in een sporthal waar minder sporters in een grotere ruimte hun sport beoefenen. Door de ventilatie-eis per sporter is het aantal luchtwisselingen hoog en dient er speciale aandacht te worden besteed aan het tochtvrij inblazen van frisse lucht. Het juiste inblaasrooster is van cruciaal belang. Door de intensiteit van het sporten en het grote aantal sporters in een relatief kleine ruimte is de warmtebelasting in een sportschool hoog. Er zal dus voldoende koelenergie beschikbaar moeten zijn. Hierdoor is het ook belangrijk om de vochtigheid goed te controleren en te regelen om te voorkomen dat de ruimten muf worden en specifieke geuren dominant worden.

Schietbanen
Bij het schieten met vuurwapens treedt luchtverontreiniging op. De mate van verontreiniging is afhankelijk van het type wapen, de soort munitie, de schietintensiteit en het af te leggen parcours. De verontreinigingen bestaan onder andere uit koolmonoxide, nitreuze gassen en dampen (NOx) en concentraties van lood, koper en zinkoxyderook. Om de luchtverontreiniging voor instructeurs en schutters binnen de aanvaardbare grenzen te houden, is het noodzakelijk dat langs de schutter in de richting van de kogelvanger een laminaire luchtstroom wordt gerealiseerd die de verontreinigingen afvoert. De wet milieubeheer heeft de maximum aanvaardbare concentratie verontreinigingen (MAC-waarden) voor schietbanen vastgesteld welke moeten worden gehanteerd bij het ontwerp van een schietbaan.

Ijsbanen
Luchtverdeling op ijsbanen is een vak apart. Behalve de klimaateisen is het gedrag van de luchtsnelheid op het ijs cruciaal voor de schaatsers. Bij het ontwerp van een overdekte ijsbaan moet een uitgebreid Programma van Eisen ten grondslag liggen met betrekking tot het binnenklimaat. Het binnenklimaat mag niet worden beïnvloed door omstandigheden van buiten, om zo een optimale ijskwaliteit te kunnen garaderen.